Streamingdienst Qobuz gooit de boeken open. In een zeldzaam moment van transparantie binnen de sector deelt het Franse platform hoeveel er gemiddeld per stream naar rechthebbenden gaat. Het cijfer: €0,01744 per stream. Daarmee plaatst Qobuz zichzelf expliciet tegenover de grotere spelers, die doorgaans terughoudend zijn in het publiceren van dit soort gegevens.
Eerste in de sector
Qobuz is de eerste grote streamingdienst die dit soort financiële details openbaar maakt. Het bedrijf zegt dat het hiermee duidelijkheid wil scheppen in een markt waar artiesten, labels en gebruikers vaak moeten gissen naar hoe geldstromen precies lopen.
Volgens Georges Fornay, deputy CEO van Qobuz, is het tijd dat de sector opener wordt over de manier waarop muziekstreaming werkt. “We willen met deze stap bijdragen aan een gezonder ecosysteem voor iedereen die betrokken is bij muziekproductie en -consumptie,” aldus Fornay.
Hoeveel is dat nu eigenlijk?
Het genoemde bedrag – omgerekend €0,01744 per stream – is een gemiddeld cijfer voor het fiscale jaar 2024. Dat betekent dat Qobuz in die periode, over het hele platform en over alle muziek heen, per afgespeeld nummer ongeveer anderhalve eurocent uitkeerde aan rechthebbenden: labels, uitgevers en eventueel artiesten (afhankelijk van hun contracten).
Ter vergelijking: over diensten als Spotify, Apple Music of Amazon Music zijn zelden zulke cijfers beschikbaar. In onafhankelijke schattingen wordt vaak gesproken over bedragen tussen €0,002 en €0,006 per stream, maar die zijn moeilijk te controleren en sterk afhankelijk van het type abonnement, het land van de gebruiker en het aandeel in de totale streams.
Een ander verdienmodel
Qobuz onderscheidt zich van andere platforms door géén gratis abonnement aan te bieden. Alle gebruikers zijn betalende abonnees. Daarnaast legt het platform de nadruk op hoge resolutie audio en redactionele inhoud, en trekt het daardoor een iets ander publiek aan dan de grote mainstreamdiensten.
Dat model, met relatief minder gebruikers maar een hoger gemiddeld maandbedrag per abonnee, leidt tot een hogere ‘waarde per stream’. In de praktijk betekent dat niet noodzakelijk dat artiesten via Qobuz méér verdienen, maar wel dat elk individueel stream daar zwaarder weegt.
Wat zegt dat cijfer echt?
In de nasleep van de aankondiging klonk er ook kritiek. Zo stelde Spotify dat een zogenaamd hoog ‘per stream’-bedrag een vertekend beeld geeft. “Als een dienst bijvoorbeeld één euro per stream zou betalen, maar een gebruiker streamt slechts tien nummers per maand, dan levert dat in totaal minder op dan een gebruiker die veel vaker luistert op een dienst met lagere uitbetaling per stream,” aldus een woordvoerder.
De logica daarachter: het totaalbedrag dat aan rechthebbenden wordt uitgekeerd hangt niet alleen af van het bedrag per stream, maar ook van het aantal streams per gebruiker. Platforms met hogere betrokkenheid en meer activiteit kunnen per maand méér inkomsten genereren voor artiesten, ook als het bedrag per stream lager ligt.
Engagement telt ook
Toch is er ook bij Qobuz geen sprake van een passief luisterpubliek. Volgens het bedrijf luisteren abonnees gemiddeld meer dan 25 uur per maand naar muziek via het platform. Het zijn vaak mensen die doelgericht luisteren, albums in hun geheel spelen en meer tijd besteden per sessie. Dat verschil in luistergedrag speelt een rol in hoe inkomsten worden verdeeld en ervaren.
Waarom dit moment?
De timing van Qobuz’ aankondiging is niet toevallig. In verschillende landen, waaronder het VK, Frankrijk en Canada, wordt steeds vaker gedebatteerd over eerlijke vergoedingen in de muziekindustrie. Artiestenverenigingen en kleinere labels pleiten al langer voor meer transparantie van streamingdiensten, zowel over verdienmodellen als over het gebruik van algoritmes.
Door nu zelf cijfers te delen, lijkt Qobuz zich strategisch te positioneren als het platform dat ‘de eerlijke kaart’ speelt. De vraag is of andere diensten zullen volgen.
Impact op artiesten en labels
Voor onafhankelijke artiesten en kleinere labels is een hoger bedrag per stream interessant, vooral als ze geen miljoenen streams genereren. Een model dat minder afhankelijk is van massaconsumptie kan volgens sommigen zorgen voor een gezonder verdienmodel, waarbij nicheartiesten beter ondersteund worden.
Anderen wijzen er dan weer op dat de schaal van Qobuz beperkt blijft. Wie niet beschikbaar is op de grote platforms, mist een belangrijk deel van het potentiële publiek.
Transparantie als signaal
Of andere diensten het voorbeeld van Qobuz zullen volgen, valt nog te bezien. Voorlopig blijft het bedrijf een uitzondering in een sector die zelden cijfers deelt over royaltyverdeling. Toch zet het een belangrijk precedent. Het laat zien dat transparantie niet per se een commerciële zwakte hoeft te zijn, maar ook als signaal kan dienen: dit is hoe wij omgaan met muziek, met makers en met luisteraars.
Conclusie
Met de publicatie van zijn gemiddelde uitbetalingspercentage per stream brengt Qobuz een zeldzaam stukje helderheid in een verder vrij gesloten sector. Het zet andere spelers niet direct onder druk, maar het geeft artiesten, labels en luisteraars wél een referentiepunt. Hoe die cijfers zich vertalen naar reële inkomsten blijft sterk afhankelijk van gedrag, schaal en contractuele afspraken – maar dat juist Qobuz deze stap zet, past in het bredere beeld dat het bedrijf al langer wil uitdragen: betrokken, eerlijk en gefocust op kwaliteit.