Toen het legendarische merk Mark Levinson rond de eeuwwisseling hun eerste geïntegreerde versterker uitbracht was dit een enorme sensatie. Als hoofdverantwoordelijke voor het starten van de High-End revolutie stond het bedrijf tot dat moment uitsluitend bekend om het uitbrengen van extreem prijzige componenten. En dan nu een echte Mark Levinson voor- en eindversterker in een enkele behuizing voor nog geen 9000 euro? Op de vroegste prijslijst die ik heb uit 2000 staat de 383 te boek voor 19.800 guldens en in een latere prijslijst uit 2003 voor 8999 euro. Akkoord, dit is geen wisselgeld maar het was wel degelijk een zet die het merk voor veel meer mensen bereikbaar maakte. De 383 verkocht dan ook in grote getale.
Inmiddels zijn we 19 jaar verder en bij Mark Levinson hebben ze natuurlijk niet stilgezeten. in 2015 werd de 585 geïntroduceerd voor een kleine 14.000 euro. De 585 zit tot op heden in het productaanbod en is inmiddels als 585.5 ook met geïntegreerde phono versterker te krijgen.
In de tijd van de 383 was het Madrigal team verantwoordelijk was voor de technische kant van de Mark Levinson designs. Heden ten dage is er een nieuw Engineering team onder leiding van hoofdingenieur Todd Eichenbaum. Todd was jarenlang de rechterhand van Dan D’Agostino in de toptijden van Krell Industries dus geen onbekende. Na het ontwikkelen van de 585 werd een nieuw doel gesteld: het in de markt zetten van versterker lijn op een aanzienlijk lager prijspeil dan de 585 maar wel bij behoud van alle Mark Levinson kwaliteit. Hiertoe werd besloten om twee versterkers te maken voor verschillende doelgroepen. De 5805 met analoge ingangen en ingebouwde DAC en de 5802 met uitsluitend digitale ingangen. Op deze manier kon de elektronica voor elk ontwerp zo efficiënt mogelijk opgezet worden. Op dat vlak zijn dan ook geenszins concessies gedaan. De enige punten waaraan je kan zien dat het hier relatief betaalbaardere versterkers betreft zitten in de afwerking. Het industriële design is nog steeds prachtig maar in het materiaalgebruik is kostenbesparend te werk gegaan. Zo is de behuizing van dunner en minder stijf metaal, zijn de voetjes was minder groot, zitten er plastic knoppen op het centrale deel en wordt een minder fraai display soort toegepast. De belangrijke knoppen voor volume en input zijn echter onveranderd van massief aluminium en voelen zeer degelijk.
Het is een interessante ontwikkeling: waar vele high end fabrikanten steeds maar duurdere producten introduceren met prijzen van 20.000 en 30.000 euro en nog wel veel hoger ook, brengt Mark Levinson deze producten op de markt voor respectievelijk € 7990 en € 9190.
Techniek
Voor zover ik weet is de manier van volumeregeling bij de 5805 uniek. De versterker bevat twee compleet gescheiden volumeregelingen: een digitale regeling voor de digitale ingangen en een analoge regeling via een R2R weerstandsnetwerk voor de analoge ingangen. Dat is nog eens consequent! Andere versterkers gebruiken een analoge volumeregeling waarbij de digitale ingangen dus analoog verzwakt worden of ze gebruiken een digitale volumeregeling waarbij de analoge ingangen dus altijd gedigitaliseerd worden. De 5805 gebruikt de respectievelijke regeling precies daar waar hij het meest toepasselijk is.
Alle populaire digitale ingangen zijn voorhanden: USB, coaxiaal en optisch SPDIF met ondersteuning tot 192kHz/32 bit PCM en DSD 5.6 gedecodeerd door hun PrecisionLink II DAC. Deze omvat een ESS Sabre 32 bit converter met jitter onderdrukking gevolgd door een volledig gebalanceerde discrete stroom/voltage omzetter. De DAC ondersteunt zelfs MQA waarbij hij het signaal volledig uitpakt. Op het analoge vlak zijn er 2 cinch ingangen en 1 XLR ingang. Tevens is er een analoge Home Theater passthrough ingang, een MM/MC phono ingang en een Bluetooth verbinding die AptX-HD ondersteunt. De phono ingang is overigens ook niet de minste. Het betreft hier een hybride actieve/passieve RIAA equalizer die gebruik maakt van precisie weerstanden en polypropyleen condensatoren. De weerstand en capaciteit wordt ingesteld met behulp van DIP switches achterop maar het hoogdoorlaatfilter, de gain, en de keuze tussen MM en MC kunnen comfortabel vanaf de luisterpositie met de afstandsbediening worden geregeld. Dit alles is overigens ook via Ethernet te bedienen door het IP nummer van de versterker in te typen in om het even welke webbrowser op een computer, tablet, of telefoon.
Met het eindversterker gedeelte zit het ook absoluut goed. Het voltage gedeelte van het versterkings circuit is direct afgeleid van de 534 eindversterker welke is gekoppeld aan de uitgangstrap die bestaat uit twee snelle stuur transistoren die in klasse A werken om de uiteindelijke stroomversterking over te laten aan zes 260 Volt, 15 Ampere uitgangs transistoren. Waarden zoals 125 watt aan 8 ohm met een verdubbeling in 4 ohm en blijvende stabiliteit tot 2 ohm zijn tenslotte een duidelijke indicatie dat de 5805met bijna alle luidsprekers uit de voeten moet kunnen.
Luisteren via USB
Dit exemplaar had bij importeur Reference Sounds slechts 48 uur aan de stroom gehangen en was nog niet ingespeeld. Alvorens serieus te gaan luisteren heb ik de versterker daarom een aantal dagen ingeschakeld aan de stroom gelaten.
Gebruikmakend van de Antipodes CX+EX server/renderer combi rechtstreeks via USB en Kroma Audio Carmen luidsprekers klonk de 5805 na slechts een paar dagen te hebben aangestaan meteen fantastisch. De 5805 is weliswaar de eerste Mark Levinson versterker die ik in mijn systeem hoor maar afgaand op de ervaring die ik heb opgedaan met Mark Levinson voorversterkers, loopwerken, CD spelers, en DACs, hoor ik absoluut een familie-karakter. De presentatie is hoog oplossend en verfijnd maar ook ontspannen en soepel, met een volmondig middengebied en een mooi gearticuleerde bas met precies de goede hoeveelheid body. Het is een geluid waar je gemakkelijk uren achtereen naar kunt luisteren, zonder het gevoel te hebben dat er iets mist.
Let wel, de genoteerde resultaten tot dusver bereikte de 5805 in zijn eentje, dus zonder de hulp van een externe DAC. Mijn referentie versterker en -DAC zijn de C1 en A1.5 van CH Precision waarbij ik de DAC met behulp van zijn hybride analoge/digitale volumeregeling rechtstreeks op de eindversterker heb aangesloten. Deze componenten hebben samen een heftig prijskaartje dat ruwweg 10x zo hoog is als dat van de Levinson. En inderdaad, deze set presteert op een aantal punten dan ook beter dan de 5805. Maar de concessies die de Levinson doet zijn nou ook weer niet wereldschokkend te noemen en deels ook een kwestie van smaak.
De Levinson is bijna net zo verfijnd als de CH-combinatie, nog vloeiender en zelfs op het gebied van low-level resolutie zit hij dicht in de buurt. Waar de CH combo het meest duidelijk beter presteert is in de differentiatie qua fijn dynamiek en de impulsiviteit van de transients. Met andere woorden, de Levinson is net iets minder direct en expliciet. Dit uit zich bijvoorbeeld in de bas die minder pittig en gearticuleerd is als bij de CH-combo en in het middengebied dat wat dikker is en iets minder akoestisch overtuigend overkomt. Daarmee bedoel ik dat je met de CH set sneller het gevoel hebt naar een live band te luisteren dan met de Levinson. Maar dan heb je het hoofdzakelijk over de mate van strakheid en de klankkleur en daarmee in zekere zin relatieve zaken. De 5805 is overigens in het geheel niet langzaam of dik, enkel minder ultra-strak en levendig dan de CH A1.5 versterker, welke toegegeven op deze gebieden de spits aandrijft.
Voor HFA heb ik onlangs de Goldmund Telos 590 gereviewd en mijn conclusie was dat de versterker zeer prijzig is maar eveneens de beste geïntegreerde versterker met ingebouwde DAC die ik heb gehoord. In retrospect en vergelijkend met de Levinson 5805 zou ik puur afgaand op de klankmatige prestaties nog steeds voor de Telos 590 kiezen maar daarbij moet ik opmerken dat het echt absurd is hoe dichtbij de Levinson komt voor nog geen derde van de prijs. En als je dan de zeer spartaanse functionaliteit van de Goldmund vergelijkt met die van de Levinson dan lijkt laatstgenoemde al helemaal een super deal.
Tot dusver speelde de Levinson met zijn ingebouwde DAC en dan rijst de vraag, hoe goed is die DAC eigenlijk? Wel, zeer goed, kan ik wel zeggen. Niet voor niets ben ik nu al zeer onder de indruk terwijl ik nog niet eens een externe DAC heb geprobeerd.
Analoge ingangen
Wanneer ik schakel van de in de 5805 ingebouwde DAC naar de C1 DAC via Vermouth Reference XLR interlinks dan wordt het geluid toch wel noemenswaardig meer gearticuleerd en levendiger maar ook steviger en nog meer transparant. Het middengebied wordt overigens ook meer communicatief en komt dichterbij de presentatie van de CH combi te staan maar zonder dat er iets van de aangename warmte en vloeiendheid van de 5805 verloren gaat. Hiermee worden wat mij betreft twee dingen aangetoond. Ten eerste: de 5805 is als versterker nog beter dan ik al dacht en ik vond hem al geweldig. Ten tweede: de ingebouwde DAC sectie is absoluut erg goed maar op dit gebied valt wel verbetering te behalen. En dat dit gebeurt met de 40K-C1 is dan ook niet verbazingwekkend. Voor de goede orde heb ik er ook even de iets “betaalbaardere” Aqua Formula xHD DAC bijgehaald. Hoewel niet zo kleurrijk en volbloedig als de C1 heeft de Aqua een vergelijkbaar effect op de 5805. Ook deze DAC maakt het geluid strakker, levendiger en meer transparant. Maar goed, de Aqua kost met ruim 13K ook nog een stevige duit. Als je de kwaliteit van de ingebouwde DAC wilt voorbijstreven zul je met een zeer goede externe DAC moeten aankomen en ik vermoed dat je zeker in de 3000- euro categorie moet gaan zitten voordat je noemenswaardige verbeteringen boekt.
Phono, Menu en Filters
Voor het beluisteren van de ingebouwde MM/MC phono sectie was helaas geen tijd meer. Maar gezien de andere resultaten met deze versterker heb ik absoluut geen twijfel dat het hiermee helemaal snor zit.
De cinch ingang is overigens zo’n 6dB zachter dan de XLR ingang maar hiervoor valt zeer eenvoudig te compenseren via het setup menu waarin de gain van elke ingang afzonderlijk geregeld kan worden. Overigens valt in het menu nog veel meer in te stellen zoals de naam van de ingang, het DSD filtertype, het PCM filtertype, de PLL lock range, en upsampling aan of uit.
Met upsampling ingeschakeld klinkt de versterker het meest luchtig en vloeiend en met de upsampling uitgeschakeld klinkt hij ietsje strakker in de bas. Wederom een kwestie van smaak waarbij ik het ondanks mijn voorliefde voor strakke bassen met upsampling toch het lekkerste vond klinken. Toen de versterker werd geleverd stond de DAC ingesteld op het Fast Minimum filter. Er zijn nog een flink aantal opties die ik allemaal even heb geprobeerd maar hoewel dit bij veel andere DACs relatief veel uitmaakt vind ik de verschillen in dit geval erg klein, bijna te klein. Er zijn subtiele verschillen waar te nemen maar in geen geval wordt het basiskarakter van de versterker aangetast.
Conclusie
Ik kan er heel kort over zijn. De 5805 is een zeer complete en simpelweg geweldige versterker. Ik denk dat het voor de concurrentie heel lastig, zoniet onmogelijk, wordt om de geboden kwaliteit in deze prijsklasse te evenaren. En dan biedt de versterker ook nog een zeer goede DAC en een uitgebreid instelbare MM/MC phono stage alsmede een hele reeks verdere opties die comfortabel vanaf de luisterpositie geconfigureerd kunnen worden. Dit is gewoon een super deal.
Mark Levinson 5805
€9.190Pros
- Volledige voorversterker en eindversterker in 1 behuizing
- Zeer veel waar voor je geld
- Alle functionaliteiten die je maar kan wensen (inclusief DAC en Phono)
- Zeer verfijnde klank met hoog oplossend vermogen
- Zeer goede controle zonder droogte
Cons
- De uitstraling van het display is door het gebruikte plastic minder fraai dan verwacht in deze prijsklasse en is niet heel goed leesbaar vanaf grote afstand