Na de D3100 die ik een paar weken terug als fotovriend mocht toevoegen, was het deze keer de beurt aan zijn grote broer, de Nikon D7000. Over de D3100 waren we tevreden, u leest hier of de D7000 zijn voorbeeld gevolgd heeft.
Nikon
Nikon hoef ik u wellicht niet meer voor te stellen. Het merk is een van de twee grote namen in fotografielandschap, en u herkent hun spiegelreflexcamera’s onmiddellijk aan het rode randje voor de sluiterknop. Dat rode lijntje duikte trouwens de eerste keer op in 1980 bij de Nikon F3. Ziezo, dat weet u nu ook.
D7000
In tegenstelling tot de D3100 is de D7000 allesbehalve een instapcamera. De D7000 is gericht op de enthousiaste amateurfotograaf die al wat foto-ervaring achter de wijsvinger heeft. Diezelfde fotograaf die ondertussen al wat vaker zijn eigen instellingen bepaalt, en daarvoor liefst niet al te vaak in de menu’s duikt. De D90 waar de D7000 de vervanger van is was qua sensor en technologie niet meer de nieuwste (het gaat snel), en de D300s, alhoewel een schitterend apparaat, was qua prijs voor veel amateurfotografen net een tikkeltje te hoog gegrepen. De D7000 was geboren. De verwachtingen waren erg hoog bij de lancering, want samen met de instapmodellen zijn dit de meest verkochte toestellen in het gamma van een spiegelreflexfabrikant.